Geef uw teamledenop door te beginnen met één van de huidige gebruikers die vermeldt staat in het formulier van uw schoollidmaatschap. Gebruikersaccounts moeten worden opgezet op de hoofdpagina door middel van de schoolcode. Uw teamleden krijgen volledige toegang tot de zelfevalutatie.

Ieder lid van uw zelfevaluatie team zou verschillende leden van uw schoolgemeenschap moeten vertegenwoordigen. Idealiter neemt een lid van het schoolbestuur, een schoolleider en een ervaren onderwijsgevende hieraan deel, met input van andere personen of groepen.

De zelfevaluatie is verdeeld in vijf standaarden. Iedere standaard beschrijft een domein of gebied waarop gefocust kan worden ten bate van schoolontwikkeling evenals de motivatie om dit bij te voegen in het zelfevaluatie proces voor een Christelijke school.

Elk van de vijf standaarden wordt hier in een samenvatting beschreven en kan door middel van knoppen bekeken worden. Voor iedere indicator rapporteert het zelfevaluatieteam het ontwikkelingsniveau van de school als:

Vormend; de school (h)erkent de noodzaak om op dit gebied belangrijke stappen te zetten.
Ontwikkelend: De school heeft stappen gezet richting kwalitatief gebruik, maar ziet een duidelijke noodzaak om te groeien op dit gebied.
Volwassen: De school heeft in de praktijk kwaltiteit op dit gebied laten zien en is klaar om deze ervaring te delen met anderen.
Bloeiend: De school heeft zich verder dan het kwaliteitsniveau zoals genoemd in de indicator ontwikkeld en draagt bij aan de groei van andere scholen door het delen van ervaring en expertise op dit gebied.

Overleg met je team en stel samen een eindscore vast voor elke indicator. Ook als je team het al eens is, kan de score alsnog worden aangepast. Zorg ervoor dat u uw resultaten opslaat. De geautomatiseerde systeem rapportage voor deze zelfevaluatie wordt dan beschikbaar gemaakt op het volgende tabblad. Toegang tot een volledige lijst van uw complete en gedeelde zelfevaluatie is beschikbaar op de ’strategische doelen’ pagina.

Helder beschreven uitspraken die de geloofsgrondslagen, missie, visie, kernwaardes, schoolverlatersprofiel en christelijke onderwijsfilosofie beschrijven en duidelijk maken waar de school voor staat, waarom deze bestaat en wat zij beoogt te worden. De uitspraken schetsen de christelijke kenmerken en communiceren een helder doel en een heldere richting voor schoolontwikkeling. Als deze uitspraken goed met alle leden van de schoolgemeenschap gecommuniceerd worden, kunnen deze richting geven bij het maken van beslissingen en een gezamenlijk platform bieden waar samen, in een geest van eenheid, gewerkt kan worden.

Als deze documenten verweven zijn met alle activiteiten van de school en haar relaties, gerepresenteerd worden door leiding en personeel en ervaren worden door leerlingen en gezinnen, beschermen en bevorderen zij de christelijke identiteit van de school. De grondslagen vormen een basis van waaruit samenwerkingsverbanden kunnen worden ingericht met andere christelijke scholen en organisaties.

De zes indicatoren en gerelateerde beschrijvingen in deze standaard zullen een school helpen in het waarderen van haar huidige grondslagen en de mate waarin deze het dagelijkse leven van de school richting geven. De school zal in staat zijn om de uitkomsten van deze zelfevaluatie te gebruiken om wegen te vinden waardoor de filosofie en grondslagen van de school kunnen worden versterkt.

Leiding en personeel zijn de eerst verantwoordelijke dragers van de missie, visie en waarden van de school. Ieder personeelslid is essentieel in het dienstbaar zijn voor leerlingen. Omdat leerlingen veel leren door wat ze zien en observeren, zijn de karakters, de houding en de woorden van christelijke onderwijsgevenden van grote invloed op het leven van de leerlingen die aan hun zorg toebetrouwd zijn. Het is daarom belangrijk dat de school leidinggevenden, docenten en ondersteunend personeel in dienst heeft die gecommiteerd zijn aan het volgen van Christus, het dienen van leerlingen en het professioneel excelleren. De school ondersteund de groei van haar leidinggevenden en personeel door middel van interne structuren en door het deelnemen aan locale, nationale en wereldwijde netwerken.

De zes indicatoren en gerelateerde descriptoren in deze standaard helpen een school om de mate waarin haar huidige leiding en personeel bijdraagt aan de missie, visie en waarden van de school te identificeren. De school zal in staat zijn om de uitkomsten van deze zelfevaluatie te gebruiken om manieren te identificeren en wegen te vinden waardoor de bijdrage van de schoolleiding en personeel versterkt kan worden ten gunste van de school en de groei van Christus’ koninkrijk door lokaal, nationaal en wereldwijd christelijk onderwijs.

Onderwijzen en leren zijn het hart van het schoolprogramma. In de meeste gevallen werken scholen met een verplicht gesteld curriculum waarvoor ze verantwoording moeten kunnen afleggen aan de betrokken overheidsinstanties. Echter, scholen hebben meestal enige mate van vrijheid in de manier waarop het curriculum wordt aangeboden. Dit geeft christelijke scholen de mogelijkheid om de verplichte curriculaire inhoud vanuit een Bijbels wereldbeeld, in overeenstemming met de christelijke onderwijsfilosofie van de school, vorm te geven.

De zeven indicatoren en gerelateerde descriptoren in deze standaard zullen een school helpen om de benadering ten opzichte van de curriculaire inhoud, instructie en beoordeling en de mate waarin deze overeenkomen met de missie, visie, waarden en onderwijsfilosofie van de school te waarderen.

De groei van leerlingen en personeel richting een volwassen Christen is een kerndoel van christelijke scholen. De mate waarin dit doel wordt bereikt, daarentegen, is niet in termen als ’meten’ te vangen. In de erkenning dat groei eerst en vooral het werk van de Heilige Geest in het leven van een gelovige is, nemen christelijke scholen bewuste stappen om dat werk te zien bloeien. Het instructieprogramma van de school wil zowel een dienende gestalte als leiderschap stimuleren bij leerlingen en personeel.

De vijf indicatoren en gerelateerde descriptoren in deze standaard zullen een school helpen om de mate waarin hun programma’s de geestelijke vorming omtrent een christelijk karakter en het dienen van hun leerlingen en personeel bevorderen, te waarderen.

Alle scholen hebben sterke punten en gebieden waarin zij moeten groeien, als zij hun visie willen realiseren. Een strategisch planningsproces dat resulteert in een plan voor strategische ontwikkeling zal een school helpen om in te spelen op haar sterktes en groei te ervaren op gebieden van zwakte. Duidelijk strategische ontwikkelingsdoelen zal een school helpen om te focussen op prioriteitsgebieden. Christelijke scholen die willen groeien profiteren van strategische samenwerkingen met andere christelijke scholen en organisaties die wederzijdse groei stimuleren.

De vier indicatoren en gerelateerde omschrijvingen in deze standaard zullen een school helpen in het waarderen van haar strategisch planningsproces en de mate waarin ze betrokken is bij strategische samenwerkingen.